Om prettig te vrijen zijn psychische en lichamelijke factoren van belang. Psychische factoren zijn bijvoorbeeld: ontspanning, aandacht, beleving, opwinding. En lichamelijke factoren zijn bijvoorbeeld: pijn, bewegingsbeperkingen, ziekte.
Soms kan schaamte over dreigend urineverlies of ontlastingsverlies de vrouw van vrijen weerhouden, of bijvoorbeeld angst dat een verzakking in de weg zit.
Dan is er sprake van een urologisch of gynaecologisch probleem dat de seksualiteit verstoort. Hormonale veranderingen, de gevolgen van operaties, bevallingen, vermoeidheid, kortom tal van lichamelijke zaken beïnvloeden de seksualiteit. Soms hebben mensen hele irreële ideeën over wat normaal is of verwacht wordt.
Onvoldoende opwinding, moeilijk tot een orgasme komen, samengaand met dyspareunie of vaginistisch reageren, zijn seksualiteitstoornissen die tegenwoordig vooral jonge vrouwen treft. Maar ook na een bevalling kan sprake zijn van onvoldoende gevoel of urineverlies bij penetratie.
De overgang kan vanwege de hormonale dysbalans klachten veroorzaken als vaginale droogheid en onvoldoende opwinding.
Veel klachten op seksueel gebied hebben te maken met een onjuiste coördinatie of een teveel of te weinig aan spierspanning in de bekkenbodem. Als vrijen niet prettig gaat ontstaat er soms een negatieve spiraal. Angst voor pijn of mislukking, vermijden of juist tegen heug en meug doorzetten, desnoods met de kiezen op elkaar. Het vrijen wordt dan steeds minder ontspannen en wordt in plaats van genieten “presteren”.